Hans en Grietje 2017
OverzichtOok een fan kijk dan op https://www.facebook.com/groups/1687451328138629/
Hans en Grietje - l2,5xb2,5xh6,5cm
Hans en Grietje wonen met hun vader, die houthakker is, en hun stiefmoeder aan de rand van een bos. Het gezin is erg arm. Op een nacht besluit de stiefmoeder, zeer tegen de wil van haar man, om de twee kinderen de volgende dag in het bos achter te laten, aangezien er niet genoeg eten meer is voor hen alle vier.
De kinderen liggen wakker door de honger en horen in de kamer ernaast het plan dat wordt besproken. Grietje is wanhopig, maar Hans heeft een plan; hij gaat zijn bed uit en zoekt buiten kiezelstenen die hij in zijn jaszak verstopt. Als ze de volgende dag met zijn vieren het bos in lopen, blijft Hans steeds even stilstaan. Wanneer hem gevraagd wordt waarom hij zo treuzelt, zegt hij dat hij naar zijn witte kat op het dak kijkt. Stiefmoeder zegt dat het de ochtendzon is die op de schoorsteen schijnt. Hans laat intussen een spoor van kiezelstenen achter. Als Hans en Grietje alleen worden achtergelaten op een open plek in het bos onder voorwendsel dat ze 's avonds weer worden opgehaald, kunnen ze de weg naar huis zelf terugvinden in het licht van de volle maan dat op de kiezelstenen weerkaatst. Als ze aankloppen, reageert hun stiefmoeder (die de schone schijn moet ophouden) boos omdat ze zo lang in het bos zijn gebleven. Vader daarentegen is erg blij ze terug te zien.
Na een tijdje is de nood weer erg hoog en opnieuw horen de kinderen hoe de stiefmoeder hun vader overhaalt hen maar in het bos achter te laten. Hans wil opnieuw kiezelstenen zoeken, maar de stiefmoeder heeft de deur van het huisje deze keer op slot gedaan. Hans blijft de volgende ochtend opnieuw vaak staan en zegt dat hij naar zijn duifje kijkt, waarna de stiefmoeder opnieuw zegt dat dit slechts het zonlicht op de schoorsteen is. Hans laat nu kruimeltjes van zijn brood vallen en als ze alleen zijn in het bos, deelt Grietje haar brood met hem. Als ze 's avonds het spoor van de broodkruimels zoeken, blijkt dit door de vogels te zijn opgegeten. Nu zijn ze dus werkelijk op zichzelf aangewezen.
De derde ochtend na het vertrek uit het ouderlijk huis komen ze een sneeuwwit vogeltje tegen, dat hen leidt naar een huisje dat gemaakt is van brood, met een dak van koek en ramen van witte suiker. De kinderen eten wat van het huisje en horen dan de stem van een oude vrouw, die verschijnt in de deuropening. De vrouw heeft rode ogen en een slecht zicht, maar komt heel vriendelijk over. Ze neemt de kinderen mee naar binnen en geeft ze melk en pannenkoeken. Daarna mogen Hans en Grietje ook bij haar overnachten.
De volgende morgen blijkt de vrouw echter een kwaadaardige heks te zijn, die het huisje speciaal heeft gebouwd om kinderen te lokken. Ze besluit Hans vet te mesten en hem daarna op te eten. Ze sluit hem op in een kooi en geeft hem goed te eten. De heks wil Grietje houden als slavin, en Grietje krijgt enkel kreeftenschalen te eten. De heks voelt elke dag aan de vingers van Hans om te controleren of hij al vet genoeg is. Hans steekt echter steeds een botje tussen de tralies door naar buiten. De heks, die dit niet goed kan zien, is verbaasd dat hij zo mager blijft. Na een tijdje besluit de heks het dik worden van Hans niet langer af te wachten en ze laat Grietje water halen met de bedoeling Hans hierin te koken. De oven is al gestookt en de heks is inmiddels van plan om ook Grietje hierin te duwen. Ze vraagt Grietje om het brood uit de oven te halen. Grietje, die de list doorheeft, doet alsof ze niet weet hoe de oven werkt. Als de heks het voordoet wordt ze door Grietje zelf de oven in geduwd, haar dood tegemoet.
Grietje bevrijdt Hans en ze gaan nu samen het huis binnen, waar ze kisten vol parels en edelstenen vinden. Deze stenen stopt Hans in zijn zak en Grietje laadt haar schortje vol. Ze lopen uit het heksenbos en komen bij een groot water, maar er is geen boot. Grietje vraagt een witte eend of ze hen naar de overkant wil brengen en de eend doet dit. Na een tijd gelopen te hebben, zien de twee kinderen het huisje van hun vader weer. De houthakker is erg somber sinds hij zijn kinderen moest achterlaten. De stiefmoeder is inmiddels gestorven. Ze zijn erg gelukkig om met z'n drieën weer samen te zijn en hoeven dankzij de schat van de heks niet langer in armoede te leven.